Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to cut down
[phrase form: cut]
01
omhakken, kappen
to cut through something at its base in order to make it fall
Transitive: to cut down a tree or other plant
Voorbeelden
The lumberjacks had to cut down the old oak tree to clear space for the new construction project.
De houthakkers moesten de oude eik omhakken om ruimte te maken voor het nieuwe bouwproject.
Environmentalists protested the decision to cut down a grove of ancient trees for the development of a shopping mall.
Milieuactivisten protesteerden tegen het besluit om een bosje oude bomen te kappen voor de ontwikkeling van een winkelcentrum.
1.1
maaien, snoeien
to use a blade or mower to trim or reduce the height of something, typically plants, grass, or vegetation
Transitive: to cut down grass or vegetation
Voorbeelden
The gardener had to cut down the tall grass in the backyard to maintain a neat appearance.
De tuinman moest het hoge gras in de achtertuin maaien om een nette uitstraling te behouden.
Before winter, homeowners often cut down their lawns to prevent long grass from becoming a breeding ground for pests.
Voor de winter maaien huiseigenaren vaak hun gras om te voorkomen dat lang gras een broedplaats voor ongedierte wordt.
02
verminderen, terugbrengen
to reduce the amount, size, or number of something
Transitive: to cut down size or number of something
Voorbeelden
In an effort to reduce expenses, the company had to cut down its workforce.
In een poging om de uitgaven te verminderen, moest het bedrijf zijn personeelsbestand verkleinen.
The government implemented measures to cut down carbon emissions and combat climate change.
De regering heeft maatregelen genomen om de koolstofuitstoot te verminderen en klimaatverandering te bestrijden.
03
onderscheppen, blokkeren
(in sports or games) to block a player and stop them from moving forward or making progress
Transitive: to cut down a player
Voorbeelden
The defender managed to cut down the striker before he could reach the goal.
De verdediger slaagde erin de aanvaller te stoppen voordat hij het doel kon bereiken.
The opposing team strategically cut down the forward, preventing a potential scoring opportunity.
Het tegenovergestelde team sneed de aanvaller strategisch af, waardoor een mogelijke scoringskans werd voorkomen.
04
omhakken, neerhalen
to cause something to fall by delivering a forceful blow, typically with the intent of bringing it to the ground
Transitive: to cut down sb/sth
Voorbeelden
The storm 's powerful winds threatened to cut down utility poles lining the street.
De krachtige winden van de storm dreigden de nutspalen langs de straat omver te blazen.
The boxer aimed to cut down his opponent with a well-timed punch to the body.
De bokser mikte erop zijn tegenstander met een goed getimede stoot naar het lichaam neer te slaan.
05
verminderen, beperken
to limit or avoid certain types of food or ingredients for health or dietary reasons
Transitive: to cut down on certain types of food
Voorbeelden
Concerned about cholesterol levels, she decided to cut down on her intake of fatty foods.
Zich zorgen makend over haar cholesterolgehalte, besloot ze haar inname van vet voedsel te verminderen.
The doctor recommended that he cut down on sugary snacks to manage his blood sugar levels.
De arts raadde aan dat hij zoete snacks minderde om zijn bloedsuikerspiegel te beheren.



























