Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Record
01
record, beste prestatie
the best performance or result, or the highest or lowest level that has ever been reached, especially in sport
Voorbeelden
The gymnast achieved a perfect score, setting a new record in the floor exercise event.
De turner behaalde een perfecte score en vestigde een nieuw record in de vloeroefening.
The soccer team 's undefeated streak broke the league record for the longest winning streak.
De ongeslagen reeks van het voetbalteam brak het record van de competitie voor de langste winnende reeks.
02
record, prestatie
the total collection of an individual's or entity's recognized achievements, milestones, or notable performances
Voorbeelden
His record of charitable work earned him numerous awards and accolades.
Zijn record van liefdadigheidswerk leverde hem talloze prijzen en onderscheidingen op.
The athlete 's record includes multiple gold medals and world championships.
Het record van de atleet omvat meerdere gouden medailles en wereldkampioenschappen.
03
nummer, opname
a single audio track that is part of a larger collection of songs, typically found on an album or an EP
Voorbeelden
The new record from the album quickly became a chart-topping hit.
De nieuwe single van het album werd al snel een nummer één hit.
Each record on the EP showcases the artist's unique style and talent.
Elke opname op de EP toont de unieke stijl en het talent van de artiest.
3.1
plaat, vinyl
a round, thin piece of plastic with a hole in the middle, on which music, etc. is recorded
Voorbeelden
He started a small business selling records and vintage audio equipment.
Hij begon een kleine onderneming die platen en vintage audioapparatuur verkocht.
The record cover features a beautiful artwork by a local artist.
De plaathoes toont een prachtig kunstwerk van een lokale artiest.
04
record, archief
an item that provides lasting evidence or information about past events, actions, or conditions
Voorbeelden
The diary served as a personal record of her daily life and thoughts.
Het dagboek diende als een persoonlijk verslag van haar dagelijks leven en gedachten.
The photograph was a cherished record of their family reunion.
De foto was een gekoesterd verslag van hun familiereünie.
4.1
strafblad, crimineel dossier
official information that indicates a person has committed a crime
Voorbeelden
His criminal record included several convictions for theft and assault.
Zijn strafblad omvatte verschillende veroordelingen voor diefstal en mishandeling.
Employers often conduct background checks to review applicants' criminal records.
Werkgevers voeren vaak achtergrondcontroles uit om de strafbladen van sollicitanten te bekijken.
4.2
registratie, document
a document that officially serves as legal evidence of a transaction, providing an authoritative account of the details involved
Voorbeelden
The contract served as a record of the agreement between the two parties.
Het contract diende als document van de overeenkomst tussen de twee partijen.
The receipt acted as a record of the purchase made at the store.
De kassabon fungeerde als een registratie van de aankoop in de winkel.
05
het record, de staat
the number of times a team has won, lost, and tied in games or competitions
Voorbeelden
The team 's record for the season is 10 wins, 5 losses, and 2 ties.
Het record van het team voor het seizoen is 10 overwinningen, 5 nederlagen en 2 gelijke spelen.
With a record of 8-2-1, the coach was pleased with their progress.
Met een record van 8-2-1 was de coach tevreden met hun vooruitgang.
06
dossier, register
a comprehensive collection of all the known facts and information regarding a particular subject, person, or event, often used for reference, analysis, or evidence
Voorbeelden
The medical record contains all the known facts about the patient's health history.
Het medisch dossier bevat alle bekende feiten over de gezondheidsgeschiedenis van de patiënt.
The historian compiled a comprehensive record of the ancient civilization's achievements.
De historicus stelde een uitgebreid verslag samen van de prestaties van de oude beschaving.
to record
01
opnemen, vastleggen
to capture sound or a performance in a format that can be reproduced or broadcast later
Transitive: to record a piece of media
Voorbeelden
Right now, the reporter is recording an interview with the celebrity.
Op dit moment is de verslaggever een interview met de beroemdheid aan het opnemen.
Last night, they recorded the live performance for a future release.
Gisteravond hebben ze de live-uitvoering opgenomen voor een toekomstige release.
1.1
opnemen, registreren
to store information in a way that can be used in the future
Transitive: to record information
Voorbeelden
She records her daily expenses in a spreadsheet.
Ze registreert haar dagelijkse uitgaven in een spreadsheet.
The scientist records experimental data in a laboratory notebook.
De wetenschapper registreert experimentele gegevens in een laboratoriumschrift.
02
registreren, aangeven
to show or indicate a specific reading or measurement, typically by means of gauges, instruments, or devices
Transitive: to record a reading or measurement
Voorbeelden
The thermometer recorded a temperature of 25 degrees Celsius.
De thermometer registreerde een temperatuur van 25 graden Celsius.
The barometer recorded a significant drop in atmospheric pressure before the storm.
De barometer registreerde een significante daling van de atmosferische druk voor de storm.
03
opnemen, noteren
to take note of or recognize something consciously, often as a mental acknowledgment or awareness
Transitive: to record sth
Voorbeelden
She recorded the change in his behavior but decided not to comment on it.
Ze noteerde de verandering in zijn gedrag maar besloot er niet op te reageren.
The teacher recorded the students' reactions to the new lesson plan.
De leraar registreerde de reacties van de studenten op het nieuwe lesplan.



























