Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to lie
01
liegen, een leugen vertellen
to intentionally say or write something that is not true
Intransitive
Voorbeelden
She lies about her age to seem older.
Ze liegt over haar leeftijd om ouder te lijken.
He often lies to avoid getting in trouble.
Hij liegt vaak om problemen te vermijden.
02
liggen, gaan liggen
(of a person or animal) to be in a resting position on a flat surface, not standing or sitting
Intransitive: to lie somewhere
Voorbeelden
After a long day of work, she decided to lie on the sofa and relax for a while.
Na een lange dag werken besloot ze op de bank te gaan liggen en even te ontspannen.
The cat chose to lie on the sunny windowsill, basking in the warmth of the afternoon sun.
De kat koos ervoor om op de zonnige vensterbank te liggen, genietend van de warmte van de middagzon.
Voorbeelden
The book I 'm looking for should lie somewhere on this bookshelf.
Het boek dat ik zoek, zou ergens in deze boekenkast moeten liggen.
The city of Paris lies on the banks of the Seine River.
De stad Parijs ligt aan de oevers van de Seine.
Voorbeelden
The appeal of the novel lies in its ability to explore profound philosophical questions through storytelling.
De aantrekkingskracht van de roman schuilt in zijn vermogen om diepgaande filosofische vragen te onderzoeken door middel van verhalen vertellen.
The success of a healthy relationship often lies in open communication and mutual understanding.
Het succes van een gezonde relatie schuilt vaak in open communicatie en wederzijds begrip.
05
liggen, blijven
to remain or be kept in a particular condition or situation
Linking Verb: to lie [adj]
Voorbeelden
The old books lie undisturbed on the dusty shelves, preserving the wisdom of the past.
De oude boeken liggen ongestoord op de stoffige planken en bewaren de wijsheid van het verleden.
The city lies nestled between the mountains and the sea, offering stunning views.
De stad ligt genesteld tussen de bergen en de zee en biedt een adembenemend uitzicht.
06
liggen, zich bevinden
to be located in a certain direction from a specific point
Intransitive: to lie somewhere
Voorbeelden
The desert lay miles away to the southeast.
De woestijn lag mijlenver weg naar het zuidoosten.
The island lies to the east of the main coast.
Het eiland ligt ten oosten van de hoofd kust.
Voorbeelden
The detective uncovered a lie that had been told to cover up the truth about the incident.
De detective ontdekte een leugen die was verteld om de waarheid over het incident te verbergen.
It ’s important to avoid telling a lie, as honesty is crucial in building trust in relationships.
Het is belangrijk om een leugen te vermijden, omdat eerlijkheid cruciaal is voor het opbouwen van vertrouwen in relaties.
02
positie, opstelling
position or manner in which something is situated
03
Trygve Lie, Noors diplomaat die de eerste secretaris-generaal van de Verenigde Naties was (1896-1968)
Norwegian diplomat who was the first Secretary General of the United Nations (1896-1968)
Lexicale Boom
overlie
underlie
lie



























