Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
verblijfplaats, woning
a place where someone lives
Voorbeelden
They invited us to their humble abode for dinner.
Ze nodigden ons uit in hun bescheiden woonst voor het diner.
The old mansion served as the family 's abode for generations.
Het oude herenhuis diende als woonplaats van de familie voor generaties.
02
verblijf, tijdelijk verblijf
a period of residence or temporary stay in a place
Voorbeelden
After a month 's abode in the coastal village, she returned home feeling completely refreshed.
Na een maand verblijf in het kustdorp keerde ze naar huis terug en voelde zich volledig verfrist.
His brief abode at the remote mountain cabin gave him time to finish his novel.
Zijn korte verblijf in de afgelegen berghut gaf hem de tijd om zijn roman af te maken.



























