Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
leeftijd, jaren
the number of years something has existed or someone has been alive
Voorbeelden
Age is just a number; it does n't define your capabilities.
Leeftijd is slechts een getal; het definieert niet je capaciteiten.
He looks younger than his actual age.
Hij ziet er jonger uit dan zijn werkelijke leeftijd.
02
tijdperk, era
a period of history identified with a particular event
Voorbeelden
During the age of exploration, many new lands and trade routes were discovered.
Tijdens het tijdperk van ontdekking werden veel nieuwe landen en handelsroutes ontdekt.
The age of enlightenment brought about significant philosophical and scientific advancements.
Het tijdperk van de Verlichting bracht significante filosofische en wetenschappelijke vooruitgang.
03
leeftijd
a specific period in a person's life, typically measured in years, at which certain rights, qualifications, or responsibilities are attained
Voorbeelden
In many countries, the legal driving age is 18 years old.
In veel landen is de wettelijke leeftijd om te rijden 18 jaar.
Citizens gain the right to vote upon reaching the age of 18.
Burgers krijgen het recht om te stemmen bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar.
04
leeftijd, ouderdom
the later period of a person's life, often associated with seniority, wisdom, or the onset of old age
Voorbeelden
With the age, she gained a wealth of experience and insight.
Met de leeftijd verwierf ze een schat aan ervaring en inzicht.
Many people choose to travel and explore new hobbies during their age.
Veel mensen kiezen ervoor om te reizen en nieuwe hobby's te ontdekken tijdens hun leeftijd.
to age
Voorbeelden
As we age, our bodies undergo natural changes, including changes in skin elasticity and muscle tone.
Naarmate we ouder worden, ondergaan onze lichamen natuurlijke veranderingen, inclusief veranderingen in huidelasticiteit en spierspanning.
People age at different rates, influenced by genetics, lifestyle, and health factors.
Mensen ouder in verschillende tempo's, beïnvloed door genetica, levensstijl en gezondheidsfactoren.
1.1
verouderen, ouder doen lijken
to make someone or something look older than it actually is
Transitive: to age sb/sth
Voorbeelden
The makeup artist aged the actor with special effects for the role.
De grimeur heeft de acteur met speciale effecten verouderd voor de rol.
Smoking can age the skin, leading to wrinkles and dryness.
Roken kan de huid verouderen, wat leidt tot rimpels en droogte.
1.2
verouderen, doen verouderen
to make someone or something become older or show signs of aging
Transitive: to age sb
Voorbeelden
The hardships of life had aged him, leaving lines on his face.
De ontberingen van het leven hadden hem verouderd, waardoor er lijnen op zijn gezicht verschenen.
Her constant worry seemed to age her faster than her peers.
Haar constante zorg leek haar sneller te verouderen dan haar leeftijdsgenoten.
02
rijpen, verouderen
to allow something to mature or develop over time
Transitive: to age an alcoholic drink
Voorbeelden
They aged the wine in oak barrels to deepen its flavor.
Ze lagerden de wijn in eiken vaten om de smaak te verdiepen.
The wine cellar is used to age the finest bottles under ideal conditions.
De wijnkelder wordt gebruikt om de beste flessen onder ideale omstandigheden te rijpen.
Lexicale Boom
ageism
ageless
nonage
age



























