Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to play on
[phrase form: play]
01
spelen op, misbruik maken van
to take advantage of someone's feelings or weaknesses
Transitive: to play on someone's feelings or weaknesses
Voorbeelden
The politician played on the fears of the public to garner support for his policies.
De politicus speelde in op de angsten van het publiek om steun te werven voor zijn beleid.
The film played on our emotions, using touching flashbacks and heartwarming moments.
De film speelde in op onze emoties, met behulp van ontroerende flashbacks en hartverwarmende momenten.
02
doorspelen, verder spelen
to continue playing, especially in sports, games, or performances
Intransitive
Voorbeelden
Even after the power outage in the stadium, the players decided to play on.
Zelfs na de stroomstoring in het stadion besloten de spelers door te spelen.
Despite twisting his ankle, the determined athlete decided to play on for the rest of the match.
Ondanks het verstuiken van zijn enkel besloot de vastberaden atleet om door te spelen voor de rest van de wedstrijd.
03
voortduren, aanhouden
to continue over time
Intransitive
Voorbeelden
Even though he tried to distract himself, the guilt of what he had done played on.
Hoewel hij probeerde zichzelf af te leiden, bleef het schuldgevoel over wat hij had gedaan voortduren.
She thought she 'd forgotten that embarrassing moment, but it played on in her memory for years.
Ze dacht dat ze dat gênante moment vergeten was, maar het bleef jarenlang in haar geheugen voortspelen.



























