Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
feebly
Voorbeelden
She whispered feebly, her voice barely audible in the quiet room.
Ze fluisterde zwakjes, haar stem nauwelijks hoorbaar in de stille kamer.
The old engine coughed feebly before finally starting with a weak sputter.
De oude motor hoestte zwakjes voordat hij eindelijk met een zwakke sputter startte.
Voorbeelden
The team feebly defended their poor performance.
Het team verdedigde zwakjes hun slechte prestatie.
She feebly tried to explain her lateness, but the excuse fell flat.
Ze probeerde zwakjes haar vertraging uit te leggen, maar het excuus viel plat.
