Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
weakly
Voorbeelden
He nodded weakly before collapsing onto the couch.
Hij knikte zwakjes voordat hij op de bank neerstortte.
She spoke so weakly that I had to lean in to hear her.
Ze sprak zo zwak dat ik naar voren moest leunen om haar te horen.
Voorbeelden
They weakly objected to the new rule but eventually gave in.
Ze zwak verzetten zich tegen de nieuwe regel maar gaven uiteindelijk toe.
He weakly agreed to the terms, despite his doubts.
Hij stemde zwakjes in met de voorwaarden, ondanks zijn twijfels.
1.2
zwak, op een niet overtuigende manier
in an unconvincing or poorly supported way
Voorbeelden
The theory is weakly backed by the data.
De theorie wordt zwak ondersteund door de gegevens.
He weakly explained his lateness with a vague excuse.
Hij legde zijn te laat komen zwakjes uit met een vage smoes.
weakly
01
zwak, krachteloos
physically frail or lacking in strength or vitality
Voorbeelden
She was a weakly child and missed many days of school.
Ze was een zwak kind en miste veel schooldagen.
They took in the weakly kittens and nursed them back to health.
Ze namen de zwakke kittens op en verzorgden ze tot ze weer gezond waren.
Lexicale Boom
weakly
weak



























