Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to favor
01
verkiezen, bevoordelen
to prefer someone or something to an alternative
Transitive: to favor sb/sth | to favor one option over another
Voorbeelden
I favor spending my weekends in nature rather than in the city.
Ik geef de voorkeur aan om mijn weekenden in de natuur door te brengen in plaats van in de stad.
She favors the blue dress over the red one for the party.
Zij verkiest de blauwe jurk boven de rode voor het feest.
02
bevoordelen, begunstigen
to treat someone better than someone else, especially in an unfair manner
Transitive: to favor sb
Voorbeelden
She favors her younger brother and lets him get away with more.
Ze bevoordeelt haar jongere broer en laat hem meer wegkomen.
It 's clear that the manager favors certain employees.
Het is duidelijk dat de manager bepaalde werknemers bevoordeelt.
03
ontzien, sparen
to avoid putting full pressure on an injured part of the body
Transitive: to favor an injured limb
Voorbeelden
He had to favor his left ankle after spraining it.
Hij moest zijn linkerenkel sparen nadat hij die had verstuikt.
After the fall, she had to favor her leg until it healed.
Na de val moest ze haar been ontzien tot het genezen was.
04
bevoordelen, ondersteunen
to provide conditions or opportunities that help someone or something succeed
Transitive: to favor sth
Voorbeelden
The warm weather seems to favor the crops this season.
Het warme weer lijkt de gewassen dit seizoen te bevoordelen.
This new plan will favor students who struggle with traditional learning methods.
Dit nieuwe plan zal studenten bevoordelen die moeite hebben met traditionele leermethoden.
01
gunst, dienst
a kind act that is done to help a person
Voorbeelden
Could you do me a favor and lend me your book?
Zou je me een gunst kunnen doen en me je boek lenen?
She asked her friend for a small favor.
Ze vroeg haar vriend om een kleine gunst.
02
gunst, voordeel
an advantage to the benefit of someone or something
03
gunst, voorkeur
an inclination to approve
04
cadeau
souvenir consisting of a small gift given to a guest at a party
05
gunst, welwillendheid
a feeling of favorable regard
Lexicale Boom
disfavor
favored
favor



























