Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
tijdperk, era
a period of history marked by particular features or events
Voorbeelden
The fall of the Berlin Wall marked the beginning of a new era in European politics.
De val van de Berlijnse Muur markeerde het begin van een nieuw tijdperk in de Europese politiek.
The discovery of penicillin marked the start of a new era in medical treatment and antibiotics.
De ontdekking van penicilline markeerde het begin van een nieuw tijdperk in medische behandeling en antibiotica.
02
gemiddelde verdiende runs, ERA
(baseball) a measure of a pitcher's effectiveness; calculated as the average number of earned runs allowed by the pitcher for every nine innings pitched
Voorbeelden
His ERA dropped after the midseason adjustment.
A sub-3.00 ERA signals elite performance.
03
tijdperk, era
(geology) a subdivision of time that divides eon into smaller units
Voorbeelden
The Mesozoic Era ended with a mass extinction.
Fossils from this era are widespread.
04
fase, tijdperk
a phase in life or culture marked by specific interests, priorities, or trends
SlangVoorbeelden
He 's in his gamer era lately, playing all day.
Hij is de laatste tijd in zijn gamer-tijdperk, de hele dag aan het spelen.
This era of my life is all about fitness.
Dit tijdperk van mijn leven draait volledig om fitness.
