Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to concur
01
instemmen, overeenstemmen
to express agreement with a particular opinion, statement, action, etc.
Intransitive: to concur on an opinion or action
Voorbeelden
It's reassuring when experts from various fields concur on such critical matters, providing a unified recommendation.
Het is geruststellend wanneer experts uit verschillende vakgebieden het eens zijn over zulke kritieke kwesties en een uniforme aanbeveling geven.
The scientists reviewed the data independently, but in the end, they all concurred on the results.
De wetenschappers beoordeelden de gegevens onafhankelijk, maar uiteindelijk waren ze het allemaal eens met de resultaten.
02
samenvallen, overeenstemmen
to occur at the same time
Intransitive: to concur | to concur with an event
Voorbeelden
The release of the new movie seemed to concur with the actor's birthday celebrations.
De release van de nieuwe film leek samen te vallen met de verjaardagsviering van de acteur.
By a strange twist of fate, their arrivals at the station seemed to concur, even though they took different routes.
Door een vreemde speling van het lot leken hun aankomsten op het station samen te vallen, hoewel ze verschillende routes namen.
Lexicale Boom
concurrence
concurrent
concurring
concur
