Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to wash out
[phrase form: wash]
01
uitwassen, schoonmaken
to remove dirt or stains using water, soap, or a cleaning agent
Voorbeelden
A gentle detergent can help wash out the wine spills on the tablecloth.
Een mild wasmiddel kan helpen om wijnvlekken op het tafelkleed uit te wassen.
The washing machine will wash out the grass stains from the kids' clothes.
De wasmachine zal de grasvlekken uit de kleren van de kinderen uitwassen.
02
uitwassen, schoonmaken
to clean something by removing dirt or unwanted substances by washing
Voorbeelden
The dishwasher can effectively wash out the food residue from the dishes.
De vaatwasser kan voedselresten effectief uit de borden wassen.
She used a special detergent to wash out the tough stains from the carpet.
Ze gebruikte een speciaal wasmiddel om de hardnekkige vlekken uit het tapijt te wassen.
03
uitputten, alle energie ontnemen
to drain all energy or strength, leaving a person or thing completely exhausted
Voorbeelden
The disappointment from the failure washed out the team's motivation.
De teleurstelling van het falen veegde de motivatie van het team weg.
The constant pressure at work washed out his passion for the job.
De constante druk op het werk putte zijn passie voor de baan uit.
04
afgelasten, uitstellen
to cancel or delay an event because of rain or bad weather
Voorbeelden
The storm unexpectedly washed the outdoor picnic out.
De storm heeft onverwacht de buitenpicknick afgelast.
The heavy rainfall washed out the plans for a hiking adventure.
De zware regenval maakte de plannen voor een wandelavontuur onmogelijk.
05
uitwassen, verbleken
to fade or lose color, often occurring when something, such as clothing is being washed
Voorbeelden
She accidentally washed the delicate fabric out with hot water.
Ze heeft per ongeluk het delicate weefsel met heet water uitgewassen.
Did you use the wrong detergent? The colors seem to be washing the fabric out.
Heb je het verkeerde wasmiddel gebruikt? De kleuren lijken uit de stof te vervagen.
06
uitlogen, vernietigen door water
(of a material or substance) to erode or break down due to water's impact
Voorbeelden
Floodwaters can wash out roads and bridges, disrupting transportation.
Overstromingswater kan wegen en bruggen wegspoelen, wat het transport verstoort.
The heavy rain threatened to wash out the fragile bridge.
De zware regen dreigde de fragiele brug weg te spoelen.
07
uitglijden, de controle verliezen in een bocht
to lose control while going around a corner, especially in activities like cycling, motorsports, skiing, and etc.
Voorbeelden
The racer washed out on the turn, but quickly regained control.
De coureur verloor de controle in de bocht, maar herstelde deze snel.
Despite his efforts, the biker washed out on the muddy trail.
Ondanks zijn inspanningen verloor de fietser de controle op het modderige pad.



























