smother
smo
ˈsmə
smē
ther
ðɜr
dhēr
British pronunciation
/smˈʌðɐ/

Definitie en betekenis van "smother"in het Engels

to smother
01

verstikken, bedekken

to cover someone or something completely
Transitive: to smother sth
example
Voorbeelden
The flowers were smothered by the heavy snow, hiding them from view.
De bloemen werden verstikt door de zware sneeuw, waardoor ze uit het zicht verdwenen.
The garden was smothered by weeds, preventing the flowers from growing.
De tuin was overwoekerd door onkruid, waardoor de bloemen niet konden groeien.
02

verstikken, wurgen

to stop someone or something from breathing by covering or blocking the air
Transitive: to smother sb
example
Voorbeelden
The mother gently placed a blanket over the sleeping baby, being careful not to smother him.
De moeder legde voorzichtig een deken over de slapende baby, zorgvuldig om hem niet te verstikken.
Panic set in as the trapped hiker felt the smoke from the wildfire start to smother him.
Paniek sloeg toe toen de vastzittende wandelaar de rook van de bosbrand voelde beginnen hem te verstikken.
03

verstikken, onderdrukken

to stop or prevent a feeling or action from being expressed or shown
Transitive: to smother a feeling or action
example
Voorbeelden
He tried to smother his anger, but it kept bubbling up.
Hij probeerde zijn woede te onderdrukken, maar het bleef borrelen.
She smothered her excitement to avoid drawing attention.
Ze onderdrukte haar opwinding om aandacht te vermijden.
04

smoren, blussen

to extinguish a fire by suffocating it, typically by covering it to cut off its oxygen supply
Transitive: to smother a fire
example
Voorbeelden
He used a blanket to smother the small fire in the kitchen.
Hij gebruikte een deken om het kleine vuur in de keuken te blussen.
The firefighters worked quickly to smother the flames before they spread.
De brandweer werkte snel om de vlammen te smoren voordat ze zich verspreidden.
05

verstikken, onderdrukken

to overwhelm or restrict someone so much that they feel suffocated or unable to act freely
Transitive: to smother sb
example
Voorbeelden
Her overprotective parents smother her with constant check-ins and restrictions, making her feel trapped.
Haar overbeschermende ouders verstikken haar met constante check-ins en beperkingen, waardoor ze zich gevangen voelt.
The intense workload at her job started to smother her, leaving her no time for herself.
De intense werkdruk op haar werk begon haar te verstikken, waardoor ze geen tijd meer voor zichzelf had.
01

een verstikkende rookwolk, een verstikkende rooklaag

a stifling cloud of smoke
02

warboel, verwarde mengeling

a confused multitude of things
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store