Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Repose
01
peace of mind
Voorbeelden
A vacation by the sea provided much-needed repose.
After resolving his debts, he felt a deep sense of repose.
02
rust, ontspanning
a state of rest or relaxation, free from work, stress, or responsibility
Voorbeelden
After weeks of travel, she longed for repose at home.
Na weken van reizen verlangde ze naar rust thuis.
The garden offered a place of quiet repose.
De tuin bood een plek van stille rust.
to repose
01
neerleggen, plaatsen
to place something down flat or horizontally
Transitive: to repose sth somewhere
Voorbeelden
The vase was carefully reposed on the mantle, away from the edge.
De vaas werd voorzichtig neergezet op de schoorsteenmantel, weg van de rand.
When not in use, the ancient swords were carefully reposed in thin slots cut horizontally in the stone wall.
Wanneer ze niet in gebruik waren, werden de oude zwaarden zorgvuldig neergelegd in dunne sleuven die horizontaal in de stenen muur waren gesneden.
02
rusten, ontspannen
to relax the body and mind through inactivity or rest
Intransitive
Voorbeelden
I enjoyed a restful weekend reposing at the beach cottage.
Ik genoot van een rustig weekend uitrustend in het strandhuisje.
After a long day of hiking, all she wanted to do was repose comfortably by the campfire.
Na een lange dag wandelen wilde ze alleen maar comfortabel rusten bij het kampvuur.
03
vertrouwen, geloof stellen in
to place reliance or confidence in someone or something
Intransitive: to repose upon sth
Voorbeelden
Many chose to repose their faith upon the guidance of sacred texts.
Velen kozen ervoor om hun vertrouwen te stellen in de leiding van heilige teksten.
He reposed entirely upon the promise of a brighter tomorrow.
Hij vertrouwde volledig op de belofte van een heldere morgen.
04
rusten, slapen
to rest in death
Intransitive
Voorbeelden
The hero reposed in the family tomb, honored by his village.
De held rustte in het familiegraf, geëerd door zijn dorp.
The soldiers who fought bravely now repose in the cemetery.
De soldaten die dapper hebben gevochten, rusten nu op de begraafplaats.
05
vertrouwen, vertrouwen stellen in
to place one's trust, confidence, or reliance on someone or something
Transitive: to repose trust or confidence in sb
Voorbeelden
She reposed her trust in him, knowing he would keep her secrets.
Ze stelde haar vertrouwen in hem, wetende dat hij haar geheimen zou bewaren.
The manager reposed confidence in the new team to complete the project.
De manager stelde vertrouwen in het nieuwe team om het project te voltooien.
06
berusten, gebaseerd zijn
to have a foundation or basis in something
Intransitive: to repose on a basis or foundation
Voorbeelden
His argument reposes on a solid understanding of the facts.
Zijn argument berust op een goed begrip van de feiten.
The success of the project reposes on teamwork and dedication.
Het succes van het project berust op teamwork en toewijding.
Lexicale Boom
reposeful
repose



























