Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
as
01
zo
to the same extent or degree, used in comparisons to show equality or intensity
Voorbeelden
She can run as quickly as her brother.
Ze kan net zo snel rennen als haar broer.
Try to stay as quiet as possible during the presentation.
Probeer zo stil mogelijk te blijven tijdens de presentatie.
1.1
zoveel, tot
to a stated amount or number, used to stress or specify how large or significant a quantity is
Voorbeelden
As much as a thousand dollars was raised in one night.
Tot duizend dollar werd in één nacht opgehaald.
He gained as many as fifteen pounds over the holidays.
Hij kwam wel vijftien pond aan tijdens de vakantie.
02
zoals, als
used to introduce specific instances of a general category
Voorbeelden
Many fruits, as apples and pears, grow well in cold climates.
Veel fruit, zoals appels en peren, groeit goed in koude klimaten.
Languages, as French and Spanish, share common roots.
Talen, zoals Frans en Spaans, delen gemeenschappelijke wortels.
Voorbeelden
As the sun set, the sky turned beautiful shades of orange and pink.
Toen de zon onderging, kreeg de lucht mooie tinten oranje en roze.
As the train arrived, the passengers hurried to get on board.
Toen de trein aankwam, haastten de passagiers zich om aan boord te gaan.
Voorbeelden
I skipped breakfast as I was running late.
Ik heb het ontbijt overgeslagen omdat ik te laat was.
They canceled the game as it was raining heavily.
Ze hebben de wedstrijd afgelast omdat het zwaar regende.
03
zoals
used to describe how something is done by comparison
Voorbeelden
Do it as I showed you yesterday.
Doe het zoals ik het je gisteren heb laten zien.
They danced as they had in their youth.
Ze dansten zoals ze in hun jeugd deden.
3.1
als
used to introduce an explanatory or clarifying remark
Voorbeelden
As we expected, the train was late.
Zoals we verwacht hadden, was de trein te laat.
As you know, he's not one to give up easily.
Zoals je weet, geeft hij niet gemakkelijk op.
Voorbeelden
Strong as he is, he could n't lift it alone.
Hoe sterk hij ook is, hij kon het niet alleen optillen.
Cold as it was, they went swimming.
Hoe koud het ook was, ze gingen zwemmen.
05
alsof, als
used to describe an imagined or unreal situation
Voorbeelden
She acted as she owned the place.
Ze gedroeg zich alsof ze de eigenaar van de plaats was.
He stared at me as I were invisible.
Hij staarde me aan alsof ik onzichtbaar was.
01
als, zoals
used to show that a person or thing looks like someone or something else
Voorbeelden
She danced with elegance, graceful as a swan.
The child 's eyes shone, bright as stars.
02
als, in de rol van
used to describe the role, position, or function that a person or thing has
Voorbeelden
His words hit me as an insult.
Zijn woorden kwamen bij mij over als een belediging.
The news spread as a rumor at first.
Het nieuws verspreidde zich eerst als een gerucht.
03
als, in de rol van
used to describe a person during a specific time in their life
Voorbeelden
She loved books even as a teenager.
Ze hield van boeken zelfs als tiener.
He worked on the farm as a boy.
Hij werkte op de boerderij als jongen.



























