Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to live out
[phrase form: live]
01
buiten wonen, buiten verblijven
to live in a location separate from one's primary place of activity
Voorbeelden
The student lived out in a nearby apartment complex rather than staying in the university dorms.
De student woonde buiten in een nabijgelegen appartementencomplex in plaats van in de universiteitshalls te blijven.
The young professional lived out in a suburban neighborhood, commuting to their downtown office.
De jonge professional woonde buiten in een buitenwijk en pendelde naar hun kantoor in het centrum.
02
leven tot het einde, de rest van zijn leven doorbrengen
to continue living in a certain way until the end of one's life
Voorbeelden
He lived his days out in peace and contentment, surrounded by loved ones.
Hij leefde zijn dagen in vrede en tevredenheid, omringd door geliefden.
The artist lived out their days in a secluded cabin in the woods, continuing to create art until their very last day.
De kunstenaar leefde zijn dagen in een afgelegen hut in het bos, en bleef kunst creëren tot zijn allerlaatste dag.
03
verwezenlijken, leven
to make one's dreams and aspirations a reality
Voorbeelden
The entrepreneur lived their business vision out by launching a successful startup company.
De ondernemer leefde zijn bedrijfsvisie uit door een succesvol startend bedrijf te lanceren.
The aspiring actor finally lived out their dream by starring in a major Broadway production.
De aspirant-acteur heeft zijn droom uiteindelijk waargemaakt door te spelen in een grote Broadway-productie.



























