Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
wazig, onduidelijk
lacking clear definition or sharpness, appearing indistinct or blurry
Voorbeelden
His memory of the event was fuzzy, with only vague recollections remaining.
Zijn herinnering aan het evenement was wazig, met alleen vage herinneringen die overbleven.
The details of the distant mountains were fuzzy, blurred by the misty morning fog.
De details van de verre bergen waren wazig, vervaagd door de mistige ochtendnevel.
Voorbeelden
The blanket was so fuzzy that it felt like cuddling a cloud.
De deken was zo pluizig dat het voelde alsof je een wolk knuffelde.
The peach had a fuzzy skin, adding to its tactile appeal when held.
De perzik had een harige schil, wat bijdroeg aan zijn tactiele aantrekkingskracht wanneer hij werd vastgehouden.
Voorbeelden
After staying up all night studying, her mind felt fuzzy, and she struggled to focus on the exam questions.
Na een hele nacht te hebben gestudeerd, voelde haar hoofd wazig aan, en ze had moeite om zich te concentreren op de examen vragen.
The details of the meeting were fuzzy in her mind, as she had trouble recalling what had been discussed.
De details van de vergadering waren wazig in haar hoofd, omdat ze moeite had om te herinneren wat er was besproken.
04
warm, gezellig
having a quality that evokes warm, sentimental emotions
Voorbeelden
The movie left me with a fuzzy feeling, reminding me of my childhood.
De film liet me met een wazig gevoel achter, dat me aan mijn jeugd deed denken.
After the heartwarming reunion, everyone felt fuzzy inside.
Na de hartverwarmende hereniging voelde iedereen zich knus van binnen.
Lexicale Boom
fuzziness
fuzzy
fuzz



























