Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to deliver
01
bezorgen, verdelen
to bring and give a letter, package, etc. to a specific person or place
Transitive: to deliver a letter or package | to deliver a letter or package to an address
Voorbeelden
The mail carrier regularly delivers letters and packages to our doorstep.
De postbode bezorgt regelmatig brieven en pakketjes aan onze deur.
She always delivers important documents promptly.
Ze levert altijd belangrijke documenten snel af.
02
redden, bevrijden
to rescue someone or something from harm or danger
Transitive: to deliver sb/sth from harm or danger
Voorbeelden
Charities aim to deliver children from the cycle of abuse and neglect.
Goede doelen streven ernaar om kinderen te bevrijden uit de cyclus van misbruik en verwaarlozing.
Organizations work to deliver communities from poverty and hunger.
Organisaties werken om gemeenschappen te bevrijden van armoede en honger.
03
leveren, overbrengen
to convey a speech, idea, etc. to an audience in a clear and effective manner
Transitive: to deliver a speech
Voorbeelden
The keynote speaker delivered an inspiring address at the conference, motivating everyone in the audience.
De hoofdspreker leverde een inspirerende toespraak op de conferentie, die iedereen in het publiek motiveerde.
The professor delivered a captivating lecture on the history of democracy to his students.
De professor gaf een boeiende lezing over de geschiedenis van de democratie aan zijn studenten.
04
overleveren, overdragen
to hand over or give up a person to another party
Ditransitive: to deliver sb to sb
Voorbeelden
The authorities delivered the suspect to the federal agents for further questioning.
De autoriteiten hebben de verdachte overgedragen aan federale agenten voor verder verhoor.
The diplomat was delivered to the foreign government as part of a prisoner exchange agreement.
De diplomaat werd als onderdeel van een gevangenenruilovereenkomst aan de buitenlandse regering overgedragen.
05
bevallen, baren
to give birth to a baby or offspring
Transitive: to deliver a baby or offspring
Voorbeelden
The expectant mother was admitted to the hospital, where she would deliver her first child.
De aanstaande moeder werd opgenomen in het ziekenhuis, waar ze haar eerste kind zou baren.
After hours of labor, she finally delivered a healthy baby girl.
Na uren van bevallen, heeft ze eindelijk een gezond meisje geboren.
06
overhandigen, afstaan
to give up or surrender ownership, authority, or responsibility for something to another party
Ditransitive: to deliver ownership or authority to sb/sth
Voorbeelden
The court ordered the company to deliver the disputed documents to the opposing party's legal team.
De rechtbank beval het bedrijf om de betwiste documenten aan het juridische team van de tegenpartij te overhandigen.
The debtor was unable to fulfill the repayment plan and had to deliver his assets to the bank to settle the debt.
De schuldenaar kon het aflossingsplan niet nakomen en moest zijn activa aan de bank overdragen om de schuld af te lossen.
07
leveren, verstrekken
to provide or supply something that was expected or promised
Voorbeelden
They promise to deliver excellent customer service.
Ze beloven een uitstekende klantenservice te leveren.
The project team delivered on all their promises.
Het projectteam heeft al zijn beloften nagekomen.
Lexicale Boom
deliverable
deliverance
deliveryman
deliver



























