Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
The towel felt damp after being left out in the humid bathroom.
De handdoek voelde vochtig aan nadat hij in de vochtige badkamer was achtergelaten.
Her clothes became damp from the light drizzle during the walk.
Haar kleren werden vochtig van de lichte motregen tijdens de wandeling.
02
neerslachtig, terneergeslagen
having a state of low spirits or feeling downcast
Voorbeelden
He felt damp after hearing the disappointing news.
Hij voelde zich neerslachtig na het horen van het teleurstellende nieuws.
The team 's damp mood was noticeable after their defeat.
De sombere stemming van het team was merkbaar na hun nederlaag.
Voorbeelden
The damp in the air made the morning feel chilly.
De vochtigheid in de lucht maakte de ochtend kil.
I could feel the damp on my clothes after walking in the rain.
Ik kon de vochtigheid op mijn kleren voelen na het lopen in de regen.
02
een rem, een koude douche
a setback that reduces enthusiasm or joy
Voorbeelden
The unexpected rain put a damp on their outdoor plans.
De onverwachte regen zette een domper op hun buitenplannen.
His negative comments acted as a damp to her excitement.
Zijn negatieve opmerkingen werkten als een rem op haar opwinding.
03
schadelijk gas, mijngas
a gas, such as black damp or firedamp, that can be harmful, especially in mining
Voorbeelden
Miners were warned about the presence of damp in the tunnels.
Mijnwerkers werden gewaarschuwd voor de aanwezigheid van mijngas in de tunnels.
She wore a mask to protect herself from the effects of the damp.
Ze droeg een masker om zichzelf te beschermen tegen de effecten van damp.
to damp
01
dempen, verminderen
to reduce the intensity of a fire by limiting the air supply
Voorbeelden
He damped the fire for the night to keep it manageable.
Hij dempte het vuur voor de nacht om het beheersbaar te houden.
As the evening went on, she damped the flames to preserve the embers.
Naarmate de avond vorderde, dempte ze de vlammen om de gloed te bewaren.
Voorbeelden
He attempted to damp his excitement when he heard the news.
Hij probeerde zijn opwinding te temperen toen hij het nieuws hoorde.
She tried to damp her anger during the meeting.
Ze probeerde haar woede tijdens de vergadering te onderdrukken.
Voorbeelden
The sudden change in mood damped her voice, making it barely audible.
De plotselinge verandering in stemming dempte haar stem, waardoor deze nauwelijks hoorbaar was.
He damped his voice to avoid disturbing the others during the serious discussion.
Hij dempte zijn stem om anderen niet te storen tijdens de serieuze discussie.
Voorbeelden
She damped the cloth before wiping down the table.
Ze vochtigde de doek aan voordat ze de tafel afveegde.
The gardener damped the soil to prepare for planting.
De tuinman bevochtigde de grond om voor te bereiden op het planten.
Voorbeelden
The ground began to damp after the morning rain.
De grond begon vochtig te worden na de ochtendregen.
The fabric will damp if left outside too long.
De stof wordt vochtig als hij te lang buiten wordt gelaten.
Lexicale Boom
dampish
damply
dampness
damp



























