Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to dampen
01
vochtig maken, licht bevochtigen
to make something slightly wet or moist
Transitive: to dampen sth
Voorbeelden
She dampened the cloth before wiping the surface.
Ze bevochtigde de doek voordat ze het oppervlak afveegde.
They dampened the soil before planting the seeds.
Ze bevochtigden de grond voordat ze de zaden plantten.
02
dempen, vermindern
to reduce or decrease the strength, force, or enthusiasm of something
Transitive: to dampen a mood or feeling
Voorbeelden
His criticism dampened her enthusiasm for the project.
Zijn kritiek deed haar enthousiasme voor het project afnemen.
The rain did n’t dampen their excitement for the outdoor concert.
De regen deed hun opwinding voor het openluchtconcert niet verminderen.
03
dempen, afkoelen
to lose energy, strength, or enthusiasm, becoming less lively or more subdued
Intransitive
Voorbeelden
Her excitement dampened when she heard the disappointing news.
Haar opwinding verdween toen ze het teleurstellende nieuws hoorde.
His mood dampened after the argument with his friend.
Zijn humeur verslechterde na de ruzie met zijn vriend.
04
dempen, stoppen
to reduce or stop the movement or vibrations of something
Transitive: to dampen a wave or vibration
Voorbeelden
The musician dampened the guitar string to stop the vibration.
De muzikant dempte de gitaarsnaar om de trilling te stoppen.
The rubber pad was used to dampen the oscillation of the motor.
Het rubberen kussen werd gebruikt om de trilling van de motor te dempen.
Voorbeelden
The teacher dampened her voice during the exam to maintain a quiet environment.
De leraar dempte zijn stem tijdens het examen om een rustige omgeving te behouden.
He dampened his voice to avoid disturbing the other guests in the library.
Hij dempte zijn stem om de andere gasten in de bibliotheek niet te storen.
Lexicale Boom
dampener
dampening
dampen
damp



























