Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to dab
01
deppen, licht aanraken
to touch or strike something with a quick and light movement
Transitive: to dab sth
Voorbeelden
The chef instructed the apprentice to carefully dab the brush in the sauce and gently coat the dish.
De chef instrueerde de leerling om voorzichtig de kwast in de saus te dippen en het gerecht zachtjes te bedekken.
To clean the delicate fabric, she decided to dab the stain with a damp cloth.
Om het delicate weefsel schoon te maken, besloot ze de vlek met een vochtige doek deppend aan te pakken.
02
aanstippen, aanbrengen met kleine
to apply or spreading a substance onto a surface using small, quick movements
Transitive: to dab a substance onto a surface
Voorbeelden
She dabbed a bit of sunscreen onto her nose to protect it from the sun.
Ze depte een beetje zonnebrandcrème op haar neus om hem tegen de zon te beschermen.
He dabbed a small amount of ointment onto the cut on his finger.
Hij depte een kleine hoeveelheid zalf op de snee in zijn vinger.
03
dabben, een dab nemen
to inhale concentrated cannabis extracts by heating them, typically using a dab rig or vaporizer
Voorbeelden
He dabbed some wax before going to the festival.
Hij dabde wat was voordat hij naar het festival ging.
She is dabbing concentrates to get a stronger high.
Ze dabt concentraten om een sterkere high te krijgen.
01
scharbot, bot
a small flatfish that lives in deep waters and is eaten as food, originated in the North Atlantic
02
een lichte aanraking, een zachte strijk
a light touch or stroke
03
een beetje, een kleine hoeveelheid
a small quantity of something moist or liquid
04
een hijs, een dab
a small amount of concentrated cannabis oil vaporized and inhaled
Voorbeelden
He took a dab and coughed for five minutes straight.
Hij nam een dab en hoestte vijf minuten aan één stuk door.
She prefers dabs over joints because they hit harder.
Zij geeft de voorkeur aan dabs boven joints omdat ze harder aankomen.



























