Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
crusty
01
krokant, korstig
(of food) having a hard or crisp covering or outer layer
Voorbeelden
The bread had a crusty exterior and a soft, fluffy interior.
Het brood had een krokante buitenkant en een zacht, luchtig binnenste.
She enjoyed the crusty texture of the pizza's outer edge, known as the crust.
Ze genoot van de knapperige textuur van de buitenrand van de pizza, bekend als de korst.
02
prikkelbaar, bot
(of a person) having an irritable or blunt manner
Voorbeelden
The crusty old man yelled at the children for playing near his house.
De norse oude man schreeuwde tegen de kinderen omdat ze bij zijn huis speelden.
He ’s a crusty professor, but he ’s brilliant in his field.
Hij is een norse professor, maar hij is briljant in zijn vakgebied.
03
smerig, walgelijk
unkempt, dirty, or unattractive in a gross way
Voorbeelden
He has n't showered in days and looks totally crusty.
Hij heeft zich in dagen niet gedoucht en ziet er helemaal vies uit.
That abandoned house is crusty and falling apart.
Dat verlaten huis is vies en valt uit elkaar.
Crusty
Voorbeelden
The city park was filled with crusties, each with their own story of rebellion.
Het stadspark was gevuld met crusties, elk met hun eigen verhaal van rebellie.
He was a self-proclaimed crusty, living on the edge and never staying in one place for too long.
Hij was een zelfverklaarde crusty, leefde op de rand en bleef nooit te lang op één plek.
Lexicale Boom
crusty
crust



























