Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
afield
Voorbeelden
Visitors came from as far afield as Australia to attend the festival.
Bezoekers kwamen uit zo verre plaatsen als Australië om het festival bij te wonen.
The researchers traveled afield to study rare wildlife.
De onderzoekers reisden ver weg om zeldzaam wildleven te bestuderen.
1.1
op het platteland, in de natuur
out in the countryside or natural environment, especially for battle, hunting, or work
Voorbeelden
After a long day afield, the hunters returned with their catch.
Na een lange dag in het veld keerden de jagers terug met hun vangst.
The troops were sent afield before dawn to secure the ridge.
De troepen werden voor zonsopgang het veld in gestuurd om de richel te beveiligen.
Voorbeelden
He spent several years afield, working in different countries.
Hij bracht enkele jaren in het buitenland door, werkend in verschillende landen.
Many students go afield to pursue higher education.
Veel studenten gaan naar het buitenland om hoger onderwijs te volgen.
02
van het onderwerp af, ver van het hoofdonderwerp
away from the main subject or relevant topic
Voorbeelden
His comments took the discussion afield from the original agenda.
Zijn opmerkingen leidden de discussie ver van de oorspronkelijke agenda.
The debate wandered afield and became less productive.
Het debat dwaalde afield af en werd minder productief.
2.1
buiten het vertrouwde bereik, buiten het begrip
outside the scope of one's familiarity or understanding
Voorbeelden
The theory was afield from anything the students had studied before.
De theorie was verwijderd van alles wat de studenten eerder hadden bestudeerd.
His ideas were considered afield of conventional philosophy.
Zijn ideeën werden beschouwd als buiten de conventionele filosofie.



























