Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
forth
Voorbeelden
They sailed forth from the harbor at first light.
Ze voeren vooruit vanaf de haven bij het eerste licht.
The pilgrims set forth on their long voyage.
De pelgrims vertrokken op hun lange reis.
Voorbeelden
From this moment forth, we will work as a team.
Vanaf dit moment forth, zullen we als een team werken.
He promised loyalty from that day forth.
Hij beloofde loyaliteit vanaf die dag verder.
Voorbeelden
She stepped forth to address the audience.
Ze stapte naar voren om het publiek toe te spreken.
His true feelings finally came forth during the meeting.
Zijn ware gevoelens kwamen uiteindelijk naar voren tijdens de vergadering.



























