Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
sweetly
01
zoet, vriendelijk
in a kind, gentle, or pleasant manner
Voorbeelden
She smiled sweetly at the compliment.
Ze glimlachte lief naar het compliment.
The toddler slept sweetly, clutching a favorite stuffed animal.
De peuter sliep zoet, terwijl hij een favoriet knuffeldier vasthield.
Voorbeelden
The engine started sweetly after the repair.
De motor startte vlekkeloos na de reparatie.
He shifted gears sweetly without a hint of grinding.
Hij schakelde de versnellingen soepel zonder enig teken van knarsen.
03
zoet, suikerachtig
with a pleasant sugary flavor or aroma
Voorbeelden
The cookies baked sweetly in the oven.
De koekjes bakten zoet in de oven.
Jasmine flowers bloomed sweetly in the garden.
Jasmijnbloemen bloeiden zoet in de tuin.
Lexicale Boom
sweetly
sweet



























