Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
charmingly
01
charmant, bepalend
in a very pleasant or visually attractive way
Voorbeelden
The cottage was charmingly situated on the hillside, surrounded by wildflowers.
Het huisje was betoverend gelegen op de heuvelflank, omringd door wilde bloemen.
Each room was charmingly decorated with vintage furniture and soft pastel colors.
Elke kamer was betoverend ingericht met vintage meubels en zachte pastelkleuren.
1.1
charmant, beminnelijk
in a way that is endearing or winsome in manner or personality
Voorbeelden
She charmingly stumbled over her words during her speech, making everyone smile.
Ze struikelde charmant over haar woorden tijdens haar toespraak, waardoor iedereen moest glimlachen.
He charmingly confessed that he had no idea what he was doing, but wanted to try.
Bekoorlijk, bekende hij dat hij geen idee had wat hij aan het doen was, maar het wilde proberen.
02
charmant
in a way that is disapproving or sarcastically polite, used to express criticism with mock courtesy
Voorbeelden
She charmingly assumed I had nothing better to do than wait for her all afternoon.
Ze nam charmant aan dat ik niets beters te doen had dan de hele middag op haar te wachten.
The email was charmingly vague about who would be responsible for the delays.
De e-mail was bekoorlijk vaag over wie verantwoordelijk zou zijn voor de vertragingen.
Lexicale Boom
charmingly
charming
charm



























