Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to rustle
01
ruisen, ritselen
to create a gentle, crackling sound, similar to dry leaves or paper moving
Intransitive
Voorbeelden
The pages of the old book rustled as it was turned.
De pagina's van het oude boek ruisten toen het werd omgeslagen.
The dry grass rustled beneath the footsteps of the hiker.
Het droge gras ruiste onder de voetstappen van de wandelaar.
02
stelen, wegnemen
to gather and take away cattle, horses, or sheep, typically illegally
Transitive: to rustle livestock
Voorbeelden
The group was caught trying to rustle cattle from the neighboring ranch.
De groep werd betrapt terwijl ze probeerden vee te stelen van de naburige boerderij.
Legends spoke of bandits who would rustle horses under the cover of night.
Legenden spraken van bandieten die 's nachts paarden stalen.
03
doorzoeken, voedsel zoeken
to search for and gather food, especially from natural sources
Intransitive
Voorbeelden
The deer rustled through the underbrush in search of berries and leaves.
Het hert zocht door het struikgewas naar bessen en bladeren.
She learned to rustle for edible plants during her survival training.
Ze leerde tijdens haar overlevingstraining naar eetbare planten te zoeken.
Rustle
01
geritsel, geruis
a light noise, like the noise of silk clothing or leaves blowing in the wind
Lexicale Boom
rustler
rustling
rustling
rustle
