Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to quiver
01
trillen, beven
to shake or tremble with a slight, rapid, and often involuntary motion
Intransitive
Voorbeelden
The child's bottom lip began to quiver as he tried to hold back tears.
De onderlip van het kind begon te trillen terwijl hij probeerde zijn tranen in te houden.
As she received the award, her hands started to quiver with excitement and gratitude.
Toen ze de prijs ontving, begonnen haar handen te trillen van opwinding en dankbaarheid.
Quiver
01
huivering, trilling
an almost pleasurable sensation of fright
02
trilling, vibratie
the act of vibrating
03
pijlkoker, koker voor pijlen
case for holding arrows
04
trilling, beving
a shaky motion
Lexicale Boom
quivering
quiver
