Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
verdoofd, gevoelloos
(of a part of the body) lacking feeling or sensation
Voorbeelden
The hiker 's feet went numb from hiking in the snow for hours.
De voeten van de wandelaar werden verdoofd van het urenlange wandelen in de sneeuw.
He struggled to play the guitar with numb fingertips.
Hij worstelde om gitaar te spelen met verdoofde vingertoppen.
02
verdoofd, versteend van schrik
so frightened as to be unable to move; stunned or paralyzed with terror; petrified
Voorbeelden
After hearing the news of the accident, she sat there numb, unable to speak.
Na het horen van het nieuws over het ongeluk, zat ze daar, verdoofd, niet in staat om te spreken.
He felt numb with grief after losing his father.
Hij voelde zich verdoofd van verdriet na het verlies van zijn vader.
to numb
01
verdoven, gevoelloos maken
to make a part of the body lose sensation or responsiveness
Transitive: to numb a part of the body
Voorbeelden
The cold weather began to numb my fingers and toes.
Het koude weer begon mijn vingers en tenen te verdoven.
The dentist used a local anesthetic to numb the patient's mouth before the procedure.
De tandarts gebruikte een plaatselijke verdoving om de mond van de patiënt te verdoven voor de ingreep.
Lexicale Boom
numbly
numbness
numb



























