Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
miserable
Voorbeelden
She felt miserable after failing the exam.
Ze voelde zich ellendig na het falen voor het examen.
Working long hours without a break made her feel miserable.
Lange uren werken zonder pauze maakte haar ellendig.
02
nors, chagrijnig
(of a person) bad-tempered and grumpy
Voorbeelden
She was a miserable coworker, constantly complaining about everything.
Ze was een ellendige collega, die constant over alles klaagde.
Do n't be so miserable; try to see the good in things!
Wees niet zo norzig; probeer het goede in dingen te zien!
Voorbeelden
He 's miserable at solving puzzles, often unable to finish them.
Hij is beroerd in het oplossen van puzzels, vaak niet in staat om ze af te maken.
She felt miserable at using the new software, struggling with it.
Ze voelde zich ellendig bij het gebruik van de nieuwe software, ermee worstelend.
Voorbeelden
His miserable performance at work led to a lack of confidence.
Zijn ellendige prestaties op het werk leidden tot een gebrek aan vertrouwen.
They had a miserable time during the trip due to the constant delays.
Ze hadden een ellendige tijd tijdens de reis vanwege de constante vertragingen.
Lexicale Boom
miserableness
miserably
miserable
miser



























