poor
poor
pʊr
poor
British pronunciation
/pɔː/

Definitie en betekenis van "poor"in het Engels

01

arm, behoeftig

owning a very small amount of money or a very small number of things
poor definition and meaning
example
Voorbeelden
He wanted to help the poor family who were struggling to afford basic necessities like food and clothing.
Hij wilde het arme gezin helpen dat moeite had om basisbehoeften zoals voedsel en kleding te betalen.
The poor beggar sat on the street, asking for help from passersby.
De arme bedelaar zat op straat en vroeg om hulp van voorbijgangers.
02

arm, onvoldoende

lacking an adequate amount to fulfill a requirement
poor definition and meaning
example
Voorbeelden
The plan failed due to poor preparation.
Het plan mislukte vanwege slechte voorbereiding.
She was in poor health after the long illness.
Ze was in slechte gezondheid na de lange ziekte.
03

arm, zielig

deserving or inciting pity
04

arm, behoeftig

characterized by or indicating poverty
05

slecht, van lage kwaliteit

of a low quality or standard

low

example
Voorbeelden
The meal was poor, lacking in flavor and presentation.
De maaltijd was slecht, ontbrak aan smaak en presentatie.
His performance in the exam was poor, and he barely passed.
Zijn prestatie op het examen was slecht, en hij is net geslaagd.
01

armen, behoeftigen

Individuals who do not have enough money or material possessions to meet their basic needs for food, shelter, and clothing
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store