Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
haag, groene afscheiding
a row of closely-planted bushes or small trees that form a boundary, particularly on the edge of a garden, road, or field
Voorbeelden
The garden was enclosed by a tall hedge that provided privacy.
De tuin was omgeven door een hoge haag die privacy bood.
They trimmed the hedge along the driveway to keep it neat.
Ze hebben de haag langs de oprit gesnoeid om hem netjes te houden.
02
a deliberately vague statement
Voorbeelden
His response was a hedge, avoiding any clear position.
She made a hedge about her future plans to avoid confrontation.
Voorbeelden
The investor used a hedge to protect their portfolio against market volatility.
De investeerder gebruikte een hedge om zijn portefeuille te beschermen tegen marktvolatiliteit.
A hedge is a financial instrument used to offset the risk of adverse price movements in assets.
Een hedge is een financieel instrument dat wordt gebruikt om het risico van nadelige prijsbewegingen in activa te compenseren.
04
a linguistic device used to indicate uncertainty, vagueness, or lack of commitment, often expressed through words or phrases
Voorbeelden
Phrases like " I think " or " maybe " are common hedges in conversation.
Linguists study hedges to understand how speakers soften assertions.
to hedge
01
omheinen, omringen
to create an obstacle or restriction, hindering movement or impact
Transitive: to hedge sth
Voorbeelden
The high walls hedged the garden, making it impossible to see inside.
De hoge muren omheinden de tuin, waardoor het onmogelijk was om naar binnen te kijken.
The dense forest hedged the path, making it difficult to continue the journey.
Het dichte bos versperde het pad, waardoor het moeilijk was om de reis voort te zetten.
02
ontwijken, geen duidelijk antwoord geven
to evade giving a clear or firm response, decision, or commitment
Intransitive
Voorbeelden
She hedged when asked if she would attend the meeting, saying she needed more time.
Ze week uit toen ze werd gevraagd of ze de vergadering zou bijwonen, zeggende dat ze meer tijd nodig had.
The politician hedged during the debate, avoiding direct answers to tough questions.
De politicus ontweek tijdens het debat en vermeed directe antwoorden op moeilijke vragen.
03
afdekken, beschermen
to reduce the risk of loss or failure by making a counterbalancing action or decision
Transitive: to hedge a risk or venture
Voorbeelden
Investors hedge their bets by diversifying their portfolios across multiple assets.
Beleggers hedgen hun weddenschappen door hun portefeuilles te spreiden over meerdere activa.
The company hedged its currency risks by using foreign exchange contracts.
Het bedrijf hedgede zijn valuta risico's door gebruik te maken van valutacontracten.
04
omheinen, omringen
to enclose or outline an area by planting or placing a row of shrubs or small trees
Transitive: to hedge an area
Voorbeelden
They hedged the garden with tall bushes to create a private space.
Ze omheinden de tuin met hoge struiken om een privéruimte te creëren.
The park was hedged with low shrubs, separating it from the street.
Het park was omheind met lage struiken, waardoor het van de straat werd gescheiden.



























