Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
hoop, stapel
a large number of objects thrown on top of each other in an untidy way
Voorbeelden
The children made a heap of toys in the corner of the room.
De kinderen maakten een hoop speelgoed in de hoek van de kamer.
She found a heap of papers that needed sorting through.
Ze vond een stapel papieren die doorzocht moesten worden.
02
hoop, berg
a lot of something; a large amount of something
03
wrak, oude onbetrouwbare auto
a car that is old and unreliable
to heap
01
ophopen, stapelen
to pile or gather things in a disorderly or untidy manner
Voorbeelden
After the harvest, the farmers heaped the freshly picked apples in wooden crates.
Na de oogst stapelden de boeren de vers geplukte appels in houten kisten.
In the warehouse, workers heaped boxes and packages to organize the inventory efficiently.
In het magazijn stapelden werknemers dozen en pakketten om de inventaris efficiënt te organiseren.
02
ophopen, verzamelen
bestow in large quantities
03
ophopen, vullen tot overstromen
fill to overflow



























