Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to hale
01
slepen, trekken
to drag someone or something with force
Transitive: to hale sb/sth somewhere
Voorbeelden
The fishermen had to hale the heavy net filled with fish onto the boat.
De vissers moesten het zware net vol vis aan boord trekken.
Despite his protests, the unruly passenger was haled off the plane by security.
Ondanks zijn protesten werd de onhandelbare passagier door de beveiliging weggevoerd van het vliegtuig.
02
slepen, dwingen
to compel or force someone to do something against their will
Transitive: to hale sb into sth
Voorbeelden
The authorities haled the suspect into custody for questioning regarding the incident.
De autoriteiten sleepten de verdachte in hechtenis voor verhoor over het incident.
In times of war, civilians were often haled into service to contribute to the war effort.
In tijden van oorlog werden burgers vaak gedwongen in dienst te treden om bij te dragen aan de oorlogsinspanning.
01
gezond, krachtig
enjoying good health and strength
Voorbeelden
The hale elder participated in outdoor activities, showcasing his robust health.
De gezonde oudere nam deel aan buitenactiviteiten, wat zijn robuuste gezondheid toonde.
Despite her age, the hale grandmother tended to her garden with energy and vigor.
Ondanks haar leeftijd verzorgde de gezonde grootmoeder haar tuin met energie en kracht.



























