Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to embarrass
01
in verlegenheid brengen, beschamen
to make a person feel ashamed, uneasy, or nervous, especially in front of other people
Transitive: to embarrass sb
Voorbeelden
His clumsy fall embarrassed him in front of his colleagues.
Zijn onhandige val beschaamde hem voor zijn collega's.
She was embarrassed when her phone rang loudly during the meeting.
Ze was in verlegenheid gebracht toen haar telefoon luid rinkelde tijdens de vergadering.
02
belemmeren, moeilijk maken
o create obstacles or difficulties that hinder the progress or accomplishment of something
Transitive: to embarrass a process or activity
Voorbeelden
The strict rules embarrassed the team's efforts to adapt quickly to changing conditions.
De strikte regels belemmerden de inspanningen van het team om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden.
Financial constraints embarrassed the company's ability to expand into new markets.
Financiële beperkingen in verlegenheid gebracht het vermogen van het bedrijf om uit te breiden naar nieuwe markten.
Lexicale Boom
disembarrass
embarrassed
embarrassing
embarrass



























