Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to emancipate
01
emancipen, bevrijden
to free a person from slavery or forced labor
Transitive: to emancipate sb
Voorbeelden
The abolitionists worked tirelessly to emancipate those held in bondage.
De abolitionisten werkten onvermoeibaar om hen die in gevangenschap werden gehouden te bevrijden.
The proclamation was intended to emancipate all enslaved individuals within the territory.
De proclamatie was bedoeld om alle tot slaaf gemaakte individuen binnen het grondgebied te bevrijden.
02
emancipen, bevrijden
to no longer be restricted to legal, political, or social regulations
Transitive: to emancipate sb from a social or legal restriction
Voorbeelden
The new law aimed to emancipate workers from unfair labor practices.
De nieuwe wet was bedoeld om werknemers te bevrijden van oneerlijke arbeidspraktijken.
The movement sought to emancipate women from oppressive traditions.
De beweging probeerde vrouwen te emanciperen van onderdrukkende tradities.
03
emancipieren, bevrijden
to set someone free from the the control of influences, traditions, beliefs, etc.
Voorbeelden
The new generation is emancipating itself from outdated traditions.
De nieuwe generatie emancipeert zich van verouderde tradities.
She emancipated her mind by challenging old beliefs.
Ze bevrijdde haar geest door oude overtuigingen uit te dagen.
04
emancipen, bevrijden
to free a minor from the control or authority of their parents
Voorbeelden
The court emancipated the teenager so she could make her own decisions.
De rechtbank heeft de tiener geëmancipeerd zodat ze haar eigen beslissingen kon nemen.
He emancipated himself from his parents at the age of 16.
Hij emancipede zichzelf van zijn ouders op 16-jarige leeftijd.
Lexicale Boom
emancipated
emancipation
emancipative
emancipate
emancip



























