Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to cozen
01
bedriegen, misleiden
to use deceitful means to trick someone
Voorbeelden
He cozens unsuspecting customers by selling counterfeit goods.
Hij bedriegt argeloze klanten door vervalste goederen te verkopen.
He cozened his friend into believing the false promises, ultimately leading to disappointment.
02
bedriegen, misleiden
to acquire something through trickery
Voorbeelden
The thief cozened the jewels from the unsuspecting owner.
De dief bedroog de juwelen van de nietsvermoedende eigenaar.
He cozened money from his colleagues with a fake investment scheme.
Hij bedroog geld van zijn collega's met een vals investeringsplan.



























