Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to converge
01
convergeren, samenkomen
move or draw together at a certain location
Intransitive: to converge somewhere
Voorbeelden
The parade spectators began to converge on the main square to witness the festivities.
De toeschouwers van de parade begonnen zich op het hoofdplein te verzamelen om de festiviteiten bij te wonen.
Commuters converged at the train station during rush hour, eager to board their respective trains.
Forensen kwamen samen op het treinstation tijdens de spits, gretig om hun respectievelijke treinen te boarden.
Voorbeelden
The two highways converge at the city center.
De twee snelwegen komen samen in het stadscentrum.
The hiking trails converge near the mountain peak.
De wandelpaden komen samen bij de bergtop.
03
samenkomen, samensmelten
to combine or merge to create a unified or cohesive result
Intransitive
Transitive: to converge two or more similar things
Voorbeelden
In filmmaking, the director 's vision and the cinematographer 's expertise converge to produce a visually stunning movie.
In filmproductie komen de visie van de regisseur en de expertise van de cameraman samen om een visueel adembenemende film te produceren.
The interdisciplinary research project sought to converge insights from various fields to address complex societal challenges.
Het interdisciplinaire onderzoeksproject probeerde inzichten uit verschillende vakgebieden te laten samenkomen om complexe maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.
04
convergeren
(of policies, opinions, ideas, aims, etc.) to develop into either the same thing or something extremely similar
Intransitive
Voorbeelden
Through diplomatic negotiations, the countries ' foreign policies began to converge.
Door diplomatieke onderhandelingen begonnen het buitenlands beleid van de landen te convergeren.
Over time, the committee members ' opinions started to converge on a common strategy for the upcoming project.
Na verloop van tijd begonnen de meningen van de commissieleden te convergeren op een gemeenschappelijke strategie voor het komende project.
05
convergeren, naderen tot
to approach a specific value called the limit as the number of terms increases
Intransitive: to converge | to converge to a value
Voorbeelden
As x approaches 0, the function sin(x)/x converges to 1.
Naarmate x nadert tot 0, convergeert de functie sin(x)/x naar 1.
As the function was evaluated at smaller and smaller intervals, its output seemed to converge to a specific point.
Toen de functie op steeds kleinere intervallen werd geëvalueerd, leek de uitvoer naar een specifiek punt te convergeren.
Lexicale Boom
convergence
convergent
converging
converge



























