Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Celibate
01
religieuze celibatair, persoon die een gelofte van kuisheid heeft afgelegd
a person who has taken a religious vow to abstain from sexual relations, often as part of a spiritual or monastic commitment
Voorbeelden
The monk lived as a celibate, devoted entirely to prayer and service.
De monnik leefde als een celibatair, volledig toegewijd aan gebed en dienst.
She chose to become a celibate after joining the religious order.
Ze koos ervoor om celibatair te worden na toetreding tot de religieuze orde.
celibate
01
kuis, celibatair
refraining from participating in sexual relations or marriage
Voorbeelden
The monk took a vow of celibacy, committing himself to a life of celibate devotion to his faith.
De monnik legde een gelofte van celibaat af, waarmee hij zich verbond aan een leven van kuise toewijding aan zijn geloof.
Many priests and nuns lead celibate lives as part of their religious dedication.
Veel priesters en nonnen leiden een celibatair leven als onderdeel van hun religieuze toewijding.



























