Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to wrangle
01
ruzie maken, twisten
to have a noisy and intense argument
Intransitive: to wrangle | to wrangle with sb
Voorbeelden
The siblings would often wrangle over who would get to choose the television channel.
De broers en zussen ruziën vaak over wie de televisiezender mocht kiezen.
Negotiators wrangled for months to broker a deal between the opposing sides.
Onderhandelaars bakkeleiden maandenlang om een deal tussen de tegenstanders te bemiddelen.
02
hoeden, beheren
to herd or manage horses or other livestock
Transitive: to wrangle livestock
Voorbeelden
The cowboy wrangled the cattle across the open prairie.
De cowboy dreef het vee over de open prairie.
She learned how to wrangle goats on her family's farm.
Ze leerde hoe ze geiten moest hoeden op de boerderij van haar familie.
Wrangle
01
een langdurige en ingewikkelde ruzie, een eindeloos geschil
a prolonged and complicated argument or dispute, often involving a lot of discussion and disagreement
Voorbeelden
The wrangle over the contract terms delayed the start of the project.
Het geschil over de contractvoorwaarden vertraagde de start van het project.
Their wrangle over who should lead the committee went on for weeks.
Hun ruzie over wie het comité moest leiden duurde wekenlang.
02
ruzie, afdingen
an instance of intense argument (as in bargaining)
Lexicale Boom
wrangler
wrangling
wrangle



























