Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Welter
01
een warboel, een rommelige hoop
a large, disordered mass of things
Voorbeelden
The attic was stacked with a welter of forgotten trinkets and broken furniture.
De zolder was gestapeld met een warboel van vergeten snuisterijen en kapotte meubels.
Managers faced a welter of conflicting data when reviewing last quarter's performance.
Managers werden geconfronteerd met een warboel van tegenstrijdige gegevens bij het beoordelen van de prestaties van het laatste kwartaal.
to welter
01
Ze verdiepte zich in haar werk en merkte nauwelijks dat de tijd voorbijging., Ze was opgegaan in haar werk en nam het verstrijken van de tijd amper waar.
to be deeply involved, absorbed, or overwhelmed by something
Voorbeelden
She weltered in her work, barely noticing the time pass.
Ze verzonk in haar werk en merkte nauwelijks dat de tijd voorbijging.
The company weltered in financial difficulties for years.
Het bedrijf woelde jarenlang in financiële problemen.
02
zich wentelen, zich kronkelen
to move about by twisting, turning, or rolling
Voorbeelden
The pigs weltered in the mud under the hot sun.
De varkens wentelden zich in de modder onder de hete zon.
He weltered in laughter at the joke.
Hij wentelde in het lachen om de grap.
03
woelen, heen en weer geslingerd worden
to be tossed about in an irregular, unsteady, or chaotic manner, like waves or crowds
Voorbeelden
The boat weltered on the stormy sea.
De boot wentelde op de stormachtige zee.
Flags weltered in the wind atop the castle.
De vlaggen wapperden in de wind bovenop het kasteel.
04
zich wentelen, liggen
to be sprawled, lying, or immersed in blood
Voorbeelden
After the battle, soldiers weltered on the field, wounded and bloody.
Na de slag lagen de soldaten gewond en bloedend op het veld.
The detective found the victim weltering in a pool of blood.
De detective vond het slachtoffer wentelend in een plas bloed.
Lexicale Boom
welter
welt



























