Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
(Scottish) very small in size
Voorbeelden
The toddler toddled around the garden, picking up wee flowers with tiny hands.
A wee bird perched on the windowsill, chirping a sweet melody.
to wee
Voorbeelden
The toddler learned to wee on the potty instead of in diapers.
De peuter leerde op het potje te plassen in plaats van in luiers.
She asked if the baby needed to wee before heading out.
Ze vroeg of de baby moest plassen voordat ze weggingen.
Voorbeelden
The doctor asked for a wee sample for the test.
De dokter vroeg om een plasmonster voor de test.
She cleaned up the wee from the bathroom floor.
Ze heeft de plas van de badkamervloer schoongemaakt.
Voorbeelden
The toddler announced that he needed to go for a wee.
De peuter kondigde aan dat hij moest plassen.
She took the puppy outside for a wee before bedtime.
Ze nam de pup mee naar buiten voor een plasje voor het slapengaan.
Lexicale Boom
weeness
wee



























