true
true
tru:
troo
British pronunciation
/truː/

Definitie en betekenis van "true"in het Engels

01

waar, echt

according to reality or facts
true definition and meaning
example
Voorbeelden
The statement she made about the project was true; everything was completed on time.
De verklaring die ze over het project aflegde, was waar; alles was op tijd voltooid.
The report was true, reflecting the actual findings of the investigation.
Het rapport was waar, wat de werkelijke bevindingen van het onderzoek weerspiegelde.
02

trouw, loyaal

deeply committed or loyal to a belief, cause, or principle
example
Voorbeelden
The true fans of the team showed unwavering support, no matter the odds.
De ware fans van het team toonden onwankelbare steun, wat er ook gebeurde.
He was a true advocate for environmental justice, dedicating his life to the cause.
Hij was een ware voorvechter van milieurechtvaardigheid, die zijn leven aan de zaak wijdde.
03

goed uitgelijnd, correct gepositioneerd

accurately positioned or aligned
example
Voorbeelden
Make sure the picture frame is true before hanging it.
Zorg ervoor dat de fotolijst recht is voordat je hem ophangt.
The carpenter adjusted the door so it would hang true.
De timmerman stelde de deur zo bij dat hij goed zou hangen.
04

zuiver, rein

having perfect harmony or pitch
example
Voorbeelden
The singer hit a true note, stunning the audience with her perfect tone.
De zanger raakte een ware noot, waardoor het publiek versteld stond van zijn perfecte toon.
The piano 's strings were tuned to produce a true sound.
De snaren van de piano waren gestemd om een ware klank te produceren.
05

waar, echt

fitting a particular description or standard
example
Voorbeelden
A true leader is one who serves others selflessly.
Een ware leider is iemand die onbaatzuchtig anderen dient.
He is a true artist, creating masterpieces that resonate with the soul.
Hij is een ware kunstenaar, die meesterwerken creëert die resoneren met de ziel.
06

oprecht, waar

genuinely felt and honestly conveyed
example
Voorbeelden
She gave him a true apology from the heart.
Ze gaf hem een oprechte verontschuldiging vanuit het hart.
His words carried true appreciation for their help.
Zijn woorden droegen oprechte waardering voor hun hulp.
to true
01

uitlijnen, afstellen

to adjust or align something to be straight or level
example
Voorbeelden
The mechanic trued the wheels of the bike before the race.
De monteer heeft de wielen van de fiets uitgelijnd voor de race.
The carpenter had to true the edges of the wooden board for the frame.
De timmerman moest de randen van het houten bord voor het frame rechtzetten.
01

recht, zonder af te wijken

in a direct, unwavering path
example
Voorbeelden
The arrow flew true, hitting the target dead center.
De pijl vloog recht, raakte het doelwit precies in het midden.
The car drove true along the winding road.
De auto reed recht over de kronkelende weg.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store