Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
The restaurant served a nice meal with fresh ingredients.
Het restaurant serveerde een lekker maaltijd met verse ingrediënten.
She bought a nice jacket made of high-quality leather.
Ze kocht een mooie jas van hoogwaardig leer.
02
aardig, vriendelijk
(of a person) having a polite and kind nature
Voorbeelden
My father is a nice guy, always helping neighbors with their groceries.
Mijn vader is een aardige man, hij helpt altijd de buren met hun boodschappen.
My teacher is very nice, she takes the time to explain things clearly.
Mijn leraar is erg aardig, hij neemt de tijd om dingen duidelijk uit te leggen.
Voorbeelden
The chef took nice measurements to ensure the recipe was perfect.
De chef nam nauwkeurige metingen om ervoor te zorgen dat het recept perfect was.
The surgeon performed a nice operation, ensuring minimal scarring.
De chirurg voerde een goede operatie uit, waardoor minimale littekens ontstonden.
Voorbeelden
The artist made a nice adjustment to the sculpture, enhancing its balance.
De kunstenaar maakte een subtiele aanpassing aan het beeldhouwwerk, waardoor het evenwicht verbeterde.
There 's a nice blend of flavors in this dish, not overpowering but harmonious.
Er is een aangename mix van smaken in dit gerecht, niet overweldigend maar harmonieus.
05
leuk, goed
used to express disapproval or indicate something was poorly done
Voorbeelden
Nice job spilling coffee on your shirt right before the meeting.
Goed gedaan om koffie over je shirt te morsen vlak voor de vergadering.
Oh, nice move! You forgot the tickets again.
Oh, mooie zet! Je bent de tickets weer vergeten.
nice
Voorbeelden
The team played nice throughout the entire match.
Het team speelde leuk tijdens de hele wedstrijd.
The children behaved nice during the ceremony.
De kinderen gedroegen zich goed tijdens de ceremonie.
Lexicale Boom
nicely
niceness
overnice
nice



























