Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to trickle
01
druppelen, sijpelen
to flow slowly in small amounts or drops
Intransitive: to trickle somewhere
Voorbeelden
Water trickled down the moss-covered rocks in the stream.
Water droop langs de met mos bedekte rotsen in de beek.
Tears trickled down her cheeks as she watched the emotional movie.
Tranen droppelden over haar wangen terwijl ze de emotionele film keek.
Trickle
01
straaltje, druppel
a small, slow flow of liquid
Voorbeelden
A trickle of water seeped from the leaky faucet.
Een straaltje water lekte uit de lekkende kraan.
The rain reduced to a mere trickle by the afternoon.
De regen was in de middag teruggebracht tot een louter druppelen.
02
stroompje, druppelen
a small, steady flow of people moving slowly or in small numbers
Voorbeelden
A trickle of people entered the museum just after it opened.
Een stroompje mensen betrad het museum net na openingstijd.
The protest started with a trickle of participants but grew larger over time.
Het protest begon met een druppel deelnemers maar groeide in de loop van de tijd.



























