Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to treat
01
behandelen, zich gedragen tegenover
to deal with or behave toward someone or something in a particular way
Transitive: to treat sb/sth in a specific manner
Voorbeelden
Always treat animals with care and compassion.
Behandel dieren altijd met zorg en mededogen.
The manager always treats employees with respect and fairness.
De manager behandelt werknemers altijd met respect en eerlijkheid.
02
behandelen, verzorgen
to provide medical care such as medicine or therapy to heal injuries, illnesses, or wounds and make someone better
Transitive: to treat a disease or injury
Voorbeelden
First aid is administered to treat minor injuries and wounds.
Eerste hulp wordt toegediend om kleine verwondingen en wonden te behandelen.
Physicians prescribe medications to treat various illnesses and infections.
Artsen schrijven medicijnen voor om verschillende ziekten en infecties te behandelen.
03
behandelen, een behandeling toepassen
to apply a substance or process to something in order to protect it, preserve it, or give it special qualities
Transitive: to treat a material
Voorbeelden
The wood was treated with a special coating to protect it from the elements.
Het hout werd behandeld met een speciale coating om het te beschermen tegen de elementen.
They treated the fabric to make it waterproof.
Ze hebben het stof behandeld om het waterdicht te maken.
04
trakteren, verwennen
to give someone a gift or provide them with entertainment as a gesture of kindness
Transitive: to treat sb to gifts or entertainment
Voorbeelden
He decided to treat his sister to a spa day for her birthday.
Hij besloot zijn zus te verrassen met een spa-dag voor haar verjaardag.
To celebrate their anniversary, they treated themselves to a weekend getaway.
Om hun jubileum te vieren, trakteerden ze zichzelf op een weekendje weg.
05
beschouwen, behandelen
to consider or handle something in a particular way or as having a certain quality
Transitive: to treat sth in a specific manner
Voorbeelden
She treats the problem as an opportunity to learn rather than a setback.
Zij beschouwt het probleem als een kans om te leren in plaats van een tegenslag.
The manager treats every complaint as a chance to improve the service.
De manager beschouwt elke klacht als een kans om de service te verbeteren.
06
onderhandelen, onderhandelen
to discuss or negotiate the conditions or terms of an agreement, often with someone who may be an opponent or competitor
Intransitive: to treat with sb/sth
Voorbeelden
The company will treat with its competitors to secure a better position in the market.
Het bedrijf zal onderhandelen met zijn concurrenten om een betere positie op de markt te verzekeren.
They were careful when they treated with the opposing company.
Ze waren voorzichtig toen ze onderhandelden met het tegenovergestelde bedrijf.
07
trakteren, uitnodigen
to pay for or offer food, drink, or entertainment to someone as a gift or favor
Transitive: to treat sb to food or drinks
Voorbeelden
I 'll treat you to dinner at your favorite restaurant tonight.
Ik trakteer je vanavond op een diner in je favoriete restaurant.
She decided to treat her friends to coffee after the meeting.
Ze besloot haar vrienden na de vergadering koffie te trakteren.
01
plezier, genot
an occurrence that causes special pleasure or delight
02
lekkernij, traktatie
something considered choice to eat
03
beloning, snoepje
a small amount of food or a snack given to an animal as a reward or for training purposes
Lexicale Boom
mistreat
treated
treater
treat



























