Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to throng
01
toestromen, samenkomen
to gather in a place in large numbers
Transitive: to throng a place
Voorbeelden
Fans thronged the stadium to cheer for their favorite team.
Fans stroomden naar het stadion om hun favoriete team aan te moedigen.
Protesters thronged the streets to advocate for social justice.
Betogers stroomden de straten op om te pleiten voor sociale rechtvaardigheid.
02
toestromen, samenkomen
to gather or move in large numbers
Intransitive: to throng somewhere
Voorbeelden
Fans thronged to the stadium to see their favorite team play.
Fans stroomden naar het stadion om hun favoriete team te zien spelen.
People thronged to the beach on the hot summer day.
Mensen stroomden naar het strand op de hete zomerdag.
Throng
01
menigte, drom
a large crowd of people gathered closely together
Voorbeelden
A throng of fans waited outside the stadium before the doors opened.
Een menigte fans wachtte buiten het stadion voordat de deuren opengingen.
By midday, a throng had formed around the street performer.
Tegen de middag had zich een menigte gevormd rond de straatartiest.
Lexicale Boom
thronged
throng
