big deal
Pronunciation
/bˈɪɡ dˈiːl/
British pronunciation
/bˈɪɡ dˈiːl/

Definitie en betekenis van "big deal"in het Engels

01

groot probleem, wat maakt het uit

used to sarcastically or dismissively comment on something perceived as unremarkable or inconsequential
big deal definition and meaning
example
Voorbeelden
So you finished your homework early, big deal.
Dus je hebt je huiswerk vroeg af, groot nieuws.
You got a B on the test, big deal.
Je hebt een B gehaald op de test, groot nieuws.
01

een groot probleem, iets belangrijks

something of high priority or special importance
IdiomIdiom
InformalInformal
example
Voorbeelden
They told him not to worry because it was n’t a big deal.
Ze zeiden tegen hem dat hij zich geen zorgen moest maken omdat het geen groot probleem was.
Missing the bus was n’t a big deal, so I just waited for the next one.
De bus missen was geen groot probleem, dus ik wachtte gewoon op de volgende.
02

grootheid, belangrijk persoon

an important influential person
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store