Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to belie
01
weerspreken, tegenspreken
to fail to live up to a claim, promise, or expectation
Voorbeelden
His dismal sales figures belied his claim of industry-leading performance.
Zijn sombere verkoopcijfers weerspraken zijn bewering van toonaangevende prestaties in de industrie.
The marketing campaign 's bold promises belied the product's lackluster features.
De gedurfde beloften van de marketingcampagne logenstraalden de middelmatige kenmerken van het product.
02
weerspreken, tegenspreken
to create an impression of something or someone that is false
Voorbeelden
His calm demeanor belies the stress he is feeling inside.
Zijn kalme houding verhult de stress die hij van binnen voelt.
The company 's financial stability belies its frequent cash flow problems.
De financiële stabiliteit van het bedrijf weerspreekt zijn frequente cashflowproblemen.



























