Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to shudder
01
rillen, beven
to tremble or shake involuntarily, often as a result of fear, cold, or excitement
Intransitive
Voorbeelden
The eerie sound in the haunted house made her shudder with fear.
Het griezelige geluid in het spookhuis deed haar rillen van angst.
As the cold wind swept through, she could n't help but shudder and wrap her coat tightly around her.
Toen de koude wind doorblies, kon ze niet anders dan rillen en haar jas strak om zich heen slaan.
Shudder
Voorbeelden
A shudder ran through her body when she heard the eerie howl of the wind.
Een huivering liep door haar lichaam toen ze het griezelige gehuil van de wind hoorde.
He felt a shudder of fear as he stepped into the dark, abandoned house.
Hij voelde een huivering van angst toen hij het donkere, verlaten huis binnenstapte.
02
huivering, rillen
an almost pleasurable sensation of fright



























